Tussen merkwaardige koppen van Armando, Piet Warffemius, Jeroen Henneman, Jan Tullemans en andere kunstenaars in allerlei stijlen vallen die van Karina Dijkstra het meest op. Ze noemt de twee meter hoge tekeningen 'inwendige zelfportretten'. Geen anatomisch verantwoorde beelden maar kleurrijke opsommingen van de symbolen in haar innerlijk leven zoals: 'vuur met oren van vleugels', vogelprins in de kleur van het lichaam' en 'het eeuwige verlangen dat steeds terugkeert in zelfportretten die bloeden'.